Na uitvoerige bestudering van de onderzoeken en rekening houdend met uw persoonlijke keuze is het mammateam tot de conclusie gekomen dat de operatieve behandeling bestaat uit een borstamputatie met schildwachtklierprocedure.
De chirurg heeft samen met u besloten dat de operatie bestaat uit een borstamputatie met schildwachtklierprocedure. Deze operatie wordt onder narcose uitgevoerd.
Bij deze operatie verwijdert de chirurg de gehele borst met de kwaadaardige afwijking. Tijdens dezelfde operatie verwijdert de chirurg de schildwachtklier uit de oksel. Zie informatie schildwachtklierprocedure.
Voorbereiding
Voor de operatie kunnen bepaalde onderzoeken noodzakelijk zijn. Welke dat zijn hangt onder meer af van uw leeftijd. Als u één of meer onderzoeken moet ondergaan, dan wordt dit geregeld door de afdeling Preoperatieve Screening. U krijgt daarvoor een afspraak met de apotheek, een verpleegkundige en een gesprek met de anesthesist.
U wordt voor deze operatie enkele dagen opgenomen in het ziekenhuis. Voor de operatie moet u nuchter zijn, dat wil zeggen u mag enige tijd van tevoren niet meer eten, drinken of roken. Vanaf hoe laat u niet meer mag eten, drinken of roken, hangt af van het tijdstip van uw operatie. U ontvangt een schriftelijke bevestiging van uw opnamedatum en tijd, waarin vermeld staat vanaf hoe laat u nuchter moet blijven.
Voor de operatie
De ochtend van de operatie meldt u zich op het doorgegeven tijdstip op de afdeling Nucleaire Geneeskunde. Dit is in bouwdeel G op de eerste verdieping. Minimaal 60 minuten voor deze afspraak plakt u thuis de Emla®-pleister op, zoals beschreven in de folder 'De schildwachtklierprocedure (Sentinel node)'.
De operatie
Bij de operatie verwijdert de chirurg al het borstweefsel, en de schildwachtklier uit de oksel. De chirurg legt ook een drain aan (dun plastic slangetje) om bloed en wondvocht af te voeren. Deze drain blijft één tot enkele dagen zitten.
De schildwachtklier wordt door de patholoog onderzocht op de aanwezigheid van uitzaaiingen. Ongeveer 10 dagen na de controle, wordt tijdens een poliklinische controle onder andere de uitslag van het schildwachtklieronderzoek met u besproken. Wanneer er uitzaaiingen in de schildwachtklier zijn gevonden, bespreekt de chirurg met u of het nodig is de andere lymfeklieren uit de oksel te verwijderen in een tweede operatie.
Na de operatie
Na de operatie verblijft u even op de uitslaapkamer (recovery). Daar controleren speciaal opgeleide verpleegkundigen uw hartslag, bloeddruk en ademhaling de eerste tijd na de operatie. Verder controleren zij de wond en eventuele drains. U mag terug naar de verpleegafdeling wanneer alle controles goed zijn. Ook daar controleren de verpleegkundigen regelmatig of alles naar behoren verloopt. Wanneer u zich goed voelt mag u weer gewoon eten en drinken.
Na de operatie kan uw urine tijdelijk blauw-groen verkleurd zijn door de ingespoten contrastvloeistof, die gebruikt wordt voor het opzoeken van de schildwachtklier. Dit is een normaal verschijnsel.
De dagen na de operatie
U mag of ’s avonds na de operatie of de volgende dag gewoon weer uit bed. Wel kunnen alle bewegingen dan nog pijnlijk zijn. Dat is echter normaal na deze operatie. Vooral bewegen met de arm aan de geopereerde zijde en diep ademhalen, kan pijnlijk zijn. Zo nodig kunt u aan de verpleegkundige extra pijnstilling vragen. Binnen enkele dagen na de operatie wordt / worden de drain(s) verwijderd. In de meeste gevallen kunt u dan ook snel naar huis. Tijdens uw opname in het ziekenhuis krijgt u instructies van een fysiotherapeut.
Complicaties
Bij iedere operatie kunnen complicaties ontstaan. De meest voorkomende complicaties bij borstoperaties zijn:
- nabloeding uit de wond;
- bloeduitstorting onder de huid;
- infectie van de operatiewond;
- ophoping van wond- en lymfevocht onder de huid na verwijderen van de drain. Gedurende de eerste weken na de operatie kan het nodig zijn dit vocht regelmatig weg te halen door middel van een punctie;
- een zogenaamd ezelsoor, dit is een kleine huidflap vlak onder de oksel. Deze wordt meestal pas zichtbaar nadat de zwelling van de operatiewond is verdwenen en de huid iets te ruim blijkt te zijn. Later is het mogelijk deze huidflap te corrigeren.
Wanneer een van deze problemen zich voordoet tijdens uw opname, vertel dit dan aan de verpleegkundige op de afdeling. Bemerkt u thuis een van bovenstaande complicaties, neem dan contact op met de polikliniek chirurgie of met de mammacare-verpleegkundige. Aarzel niet om te bellen bij vragen of onzekerheden.
Naar huis
In principe gaat u binnen enkele dagen na de operatie naar huis. Het kan zijn dat u naar huis mag als de drain nog in de wond zit. Deze wordt dan later op de polikliniek verwijderd.
Bij ontslag krijgt u afspraken voor op de polikliniek, de eerste afspraak voor wondcontrole en de tweede afspraak voor de uitslagen. Tijdens de poliklinische controle bespreekt de chirurg de uitslag van het weefselonderzoek met u.
De chirurg bespreekt met u de tumorkenmerken en de radicaliteit van de operatie. De uitslagen zijn dan ook besproken in een team van specialisten, die met elkaar advies uitbrengen over de eventuele nabehandelingen. Slechts in uitzonderlijke gevallen is het nodig de andere lymfeklieren in een tweede operatie alsnog te verwijderen. Verdere nabehandelingen kunnen bestaan uit chemotherapie, hormonale therapie of radiotherapie (bestraling) of een combinatie van deze nabehandelingen. Na uw afspraak bij de chirurg heeft u aansluitend een afspraak bij de mammacare-verpleegkundige. Indien nodig haalt men op de polikliniek de hechtingen (nietjes) of drain nog uit de wond.
Wanneer u weer aan het werk kunt, is moeilijk te voorspellen. Dat is afhankelijk van verschillende factoren en is bij iedereen anders.
Leefregels
Om een zo goed mogelijke wondgenezing te bereiken, zijn de onderstaande leefregels voor u opgesteld.
- U mag vanaf dag 2 na de operatie douchen. Vermijd zeep in de operatiewond. Goed afspoelen met de douchekop mag. In bad gaan, zwemmen en naar de sauna is gedurende 10 dagen niet toegestaan in verband met infectiegevaar.
- Bij pijn mag u de voorgeschreven medicatie innemen. Wij raden u aan in de eerste dagen een ‘spiegel’ op te bouwen, door op vaste tijdstippen paracetamol in te nemen.
- De wondpleisters moeten blijven zitten tot de eerste wondcontrole bij de mammacare-verpleegkundige op de polikliniek. Als u alleen bruine ‘hechtpleisters’ heeft, blijven deze zitten tot de afspraak voor de PA uitslagen (dag 10 na de operatie).
- De eerste 6 weken geen zwaar lichamelijk werk doen, zoals tillen, strijken, ramen zemen of stofzuigen. De arm mag u niet hoger optillen dan 90°, zowel naar voren als opzij. U mag vanaf 1 week na de operatie de oefeningen van de fysiotherapeut gaan doen zoals aangegeven in de folder daarover.
- Vanaf 6 weken na de operatie mag u weer voorzichtig opbouwen met sporten. Lichamelijke beweging zoals wandelen is altijd goed, fietsen kan onaangenaam zijn, doordat het borstgebied op de fiets wat kan ‘schudden’.
- Als u deodorant wilt gebruiken raden wij u alcoholvrije deodorant aan in de vorm van een roller, zodat u zo de wond kunt vermijden.
De mammacare-verpleegkundige is op werkdagen van 08.30 uur tot 16.30 uur telefonisch bereikbaar via (010) 291 18 63.
In de avonduren of in het weekend kunt u contact opnemen met de Spoedeisende Hulp van het Maasstad Ziekenhuis via (010) 291 35 99.
Borstprothesen
De noodprothese
De eerste tijd na de operatie moeten de wond en de huid nog goed genezen. Wilt u dan een prothese, dan bent u aangewezen op een (tijdelijke) noodprothese.
Een noodprothese is een lichte prothese die bestaat uit een hoesje gevuld met watten. Deze speciale watten worden aquariumwatten genoemd. Ze nemen geen vocht op. U kunt zowel de watten als het hoesje gewoon in een sopje wassen.
U krijgt de prothese als u wilt al vóór uw vertrek uit het ziekenhuis. De mammacare-verpleegkundige biedt u deze aan. Met behulp van een klein speldje of klittenband kunt u de prothese in de beha vastzetten. Bij langdurig dragen blijft de noodprothese niet altijd goed in vorm. Met aquariumwatten kunt u de prothese echter eenvoudig weer bijvullen en in vorm brengen.
Wanneer u geen nabehandeling met bestraling krijgt, kunt u ongeveer na 6 tot 8 weken de noodprothese (laten) vervangen door een definitieve prothese. Uw arts of de mammacare-verpleegkundige geeft u daarvoor een machtiging.
De definitieve prothese
De meeste prothesen zijn gemaakt van siliconen. Dit materiaal bootst borstweefsel natuurgetrouw na. Het is huidvriendelijk, neemt de warmte van het lichaam over, is zacht en kan tegen water. Afhankelijk van het gewicht van de andere borst wordt de prothese aangemeten. Dit kan overeenkomen met het gewicht van de andere borst. In enkele gevallen kan het een lichtgewichtprothese zijn. De prothese zit in een hoesje aan de binnenkant van de beha bevestigd. Met een goed zittende beha is het niet te zien dat u een prothese draagt.
Soorten prothesen
Confectie prothesen
Confectieprothesen zijn er in vele merken, maten en modellen. De keus is afhankelijk van uw lichaamsbouw, de vorm van uw andere borst en de wijze waarop de operatie is uitgevoerd.
Maatprothesen
Als een confectieprothese problemen geeft, kan de maatprothese uitkomst bieden. Gespecialiseerde prothesenmakers maken zo’n prothese voor u aan de hand van een gipsafdruk.
Plakprothesen
Ongeveer een jaar na de operatie kunt u ook kiezen voor een plakprothese. De plakprothese is een zelfdragende prothese en is er in 2 soorten.
- De plakprothese ‘contact’
Dit is een prothese met een huidvriendelijke siliconen plaklaag die op de prothese is bevestigd. Deze kan direct op de huid worden geplakt. De prothese is er in een volledige en deelprothese.
- De plakprothese ‘direct’
Dit is een prothese met een losse siliconen plakpad, die aan de zijde van de prothese en aan de zijde van de huid een plaklaag heeft. Voordeel hiervan is echter dat u niet hoeft te plakken als u dat niet wenst. Ook deze prothese is er in een volledige of deelprothese.
Voor u een van deze plakprothesen aanbrengt (‘contact’ of ‘direct’), moet u de huid goed droog en vetvrij maken. Bodylotion en water kunnen de plakkracht van de plakprothese negatief beïnvloeden. U krijgt bij de prothese reinigingslotions geleverd voor het reinigen en activeren van de plaklaag. Draag bij een plakprothese altijd een beha die goed past en die goede steun geeft!
Vergoedingen
Alhoewel de meeste zorgverzekeraars een vergoeding geven voor uw borstprothesen, is het toch aan te raden om van te voren met uw zorgverzekeraar contact op te nemen tot welk bedrag u een vergoeding kunt krijgen. Vraag ook altijd hoe vaak u een nieuwe prothese mag aanschaffen en of er eventueel andere vergoedingen zijn binnen dit pakket.
Onderhoud van borstprothesen
Bij alle prothesen zijn voorschriften bijgevoegd. Volg deze steeds nauwkeurig op! Bewaar de prothese wanneer u hem niet draagt in de daarvoor bestemde doos. Zo blijft de vorm goed. Voorkom speldenprikken. Wees voorzichtig met haakjes aan nagels en vingers. Kijk uit voor een haal van een honden- of kattenpoot. Dit alles kan de prothese onherstelbaar beschadigen.
Meer informatie
Voor meer informatie kunt u terecht bij de mammacare-verpleegkundige. Zij beschikt over adressen van lingeriewinkels die borstprothesen leveren.