COPD

COPD

COPD is de afkorting van Chronic Obstructive Pulmonairy Disease. Het is de verzamelnaam voor chronische bronchitis en longemfyseem. Het is een longziekte waarbij de ademhaling chronisch lastig is.

Mogelijke onderzoeken bij COPD

Mogelijke behandelingen bij COPD

Betrokken afdelingen en vakgroepen


Bij COPD zijn de luchtwegen vernauwd door ontsteking en ook kunnen de longen beschadigd zijn, meestal door roken. 2% van alle mensen in Nederland heeft COPD, waarbij de ziekte vooral voorkomt bij ouderen.

COPD veroorzaakt toenemende beperking van de luchtstroom en daarmee moeite met ademen. Hierdoor ontstaan klachten als kortademigheid, hoesten, piepende ademhaling en productie van slijm uit de luchtwegen. Er kan best veel aan worden gedaan, maar u kunt niet genezen van deze ziekte.

Om de COPD te kunnen vaststellen, wil de longarts een aantal dingen van u weten.

  • Het soort klachten: hoesten, kortademigheid, piepen.
  • Eventueel rookgedrag.
  • Hoe erg de klachten zijn en hoe het verloop is.
  • De omstandigheden en andere prikkels waarvan u benauwd wordt, zoals tabaksrook, kou of mist.
  • De situatie in huis: huisdieren, rokers.
  • Eventuele allergische klachten, zoals eczeem of hooikoorts.
  • Heeft iemand in de familie astma of andere allergieklachten.
  • De beperkingen waar de klachten iedere dag voor zorgen.

Als u opgenomen wordt in het ziekenhuis, vinden de volgende onderzoeken en/of metingen in het plaats:Bloedonderzoek.

  • Meten van hartfrequentie, bloeddruk en temperatuur.
  • Pijnscore.
  • Sputumkweek (sputum = opgehoest slijm).
  • Zuurstofgehalte in het bloed.

Er bestaan verschillende soorten/niveaus van COPD.

Hoe erg de COPD is, wordt vastgelegd met behulp van de zogenaamde GOLD-criteria. De indeling wordt gemaakt met de uitslag van de spirometrie (blaastest) en vergeleken met de gemiddelde waarden van gezonde personen van dezelfde leeftijd. Ongeveer 80% van de mensen met COPD valt in de categorieën licht of matig COPD. De rest heeft ernstig of zeer ernstig COPD.

De GOLD-indeling ziet er als volgt uit:

Mate van COPDAdemvolume
LichtHet ademvolume is 80% tot 100% van het verwachte ademvolume.
MatigHet ademvolume is 50 tot 80% van het verwachte ademvolume.
ErnstigHet ademvolume is 30 tot 50% van het verwachte ademvolume.
Zeer ernstigHet ademvolume is 30% of minder van het verwachte ademvolume.

Voor meer uitleg over de onderzoeken verwijzen wij u graag naar de folder De behandeling van COPD.

Heeft u na uw opname zuurstof thuis nodig? Bekijk dan de folder Zuurstof in de thuissituatie.

Als er bij u COPD is vastgesteld, bestaan er een aantal behandelingen:

  • Een ontstekingsremmend medicijn via een infuus in een ader van de arm of in een tabletvorm. Gestart wordt met een hoge dosis, die later wordt afgebouwd.
  • Luchtwegverwijders via een vernevelaar.
  • Een antibioticum als u hoge koorts of een bacterie in het opgehoeste slijm heeft.
  • Extra zuurstof via een slangetje in de neus.
  • Ondersteuning van ademhaling (bij ernstige vorm van longfalen) met een Bi-PAP- apparaat. U krijgt over uw neus en mond een masker, dat via een slang in verbinding staat met een beademingsapparaat.

Als u opgenomen wordt in het ziekenhuis, komt de longarts en verpleegkundige iedere dag bij u langs om te kijken hoe het met u gaat en om de resultaten van de onderzoeken te bespreken. Afhankelijk hiervan wordt waar nodig de behandeling aangepast.

De conditie van de longen kan ook op een leuke manier verbeterd worden door deel te nemen aan onze mondharmonicatherapie. 

Een goed gewicht bij COPD is belangrijk. Zowel onder- als overgewicht zijn niet gewenst. COPD kan leiden tot (ongewenst) gewichtsverlies.

De ademhaling kost meer energie waardoor extra calorieën nodig zijn om het gewicht op peil te houden. Het is van belang dat uw (ademhalings)spieren in goede conditie blijven. Hiervoor moet uw voeding dan ook genoeg eiwitten, vitamines en mineralen bevatten.

Diëtiste

Wanneer uw lichaamsgewicht te laag is, kan de diëtiste worden ingeschakeld. De diëtiste geeft u informatie over de gewenste voedselinname. Soms is bijvoeding in de vorm van drink - of sondevoeding nodig.

Fysiotherapeut

De dag van uw opname of zo snel mogelijk erna krijgt u bezoek van de fysiotherapeut.

  • De fysiotherapeut beoordeelt uw ademhaling en geeft u zo nodig adviezen om deze te verbeteren.
  • Ook helpt de fysiotherapeut u bij het aanleren van goede technieken voor het ophoesten van (taai) slijm.
  • Daarnaast geeft de fysiotherapeut adviezen met betrekking tot het bewegen. In beweging blijven is belangrijk voor een goed herstel.

De logopedist geeft bij de longrevalidatie adviezen en ondersteuning bij ademhaling in rust, ademhaling tijdens het spreken, stemgebruik en het slikken. 

Onderzoek

Bij de longarts worden verschillende onderzoeken gedaan. En bij de logopedist wordt regelmatig een slikonderzoek gedaan om de adem- en slikbeweging te beoordelen. Dit kan stille verslikking (aspiratie) voorkomen.

Behandeling

De behandeling is onder andere gericht op het verbeteren

  • van de ademhaling in rust; ademhaling tijdens inspanning;
  • stemgebruik; en
  • het slikken.

Bij de ademhaling in rust, ademhaling tijdens inspanning en stemgebruik wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van het inzetten van het middenrif om middenrifademhaling te creëren. De lichaamshouding is hierbij van belang.

De logopedist richt zich ook op de ademhaling tijdens het spreken, ook wel de adem-stemkoppeling. Longproblemen gaan nogal eens samen met stemklachten. Bij benauwdheid kunnen de stembanden samengeknepen worden om de druk in de longen op te bouwen. Er ontstaat dan een gierend geluid in de keel. Bij het dichtknijpen van de stembanden wordt de ingang van de luchtpijp nauwer. Zo kost het inademen meer moeite en energie.

Als de stembanden vaak of lange tijd samengeknepen worden, wordt de stem hees of verdwijnt. Er kan keelpijn ontstaan of het gevoel dat er een brok in de keel zit die niet weggeslikt en weggehoest kan worden.

Er wordt tijdens de behandelingen gewerkt aan:

  • het creëren van ontspanning in de keel;
  • het aanleren van de juiste adem-stemkoppeling; en
  • er wordt gewerkt aan een middenrifademhaling.

Slikproblemen kunnen ook voorkomen, doordat de spieren minder goed werken, het strottenhoofd minder beweeglijk is, het gevoel in de keel minder is of dat het adempatroon verkeerd is. Door het aanleren van een juist adem- en slikpatroon kan verslikken worden voorkomen.

Als patiënten die na een opname niet direct naar huis kunnen door hun COPD kunnen patiënten een tijdelijke periode herstellen bij een externe revalidatie locatie.

Het revalidatietraject is erop gericht u de juiste zorg en begeleiding te bieden die nodig is voor uw herstel. De duur van uw verblijf is verschillend per persoon maar meestal maximaal 8 weken. De zorg is voornamelijk gericht op conditieverbetering, zodat u weer in uw thuissituatie kunt functioneren.

Uw behandeling wordt afgestemd met uw longarts en/of  longverpleegkundige.

Voor meer informatie over dit behandeltraject kunt u contact opnemen met de longverpleegkundige via (010) 291 27 17 of (010) 291 37 48.