Open benen komen heel veel voor, vooral bij ouderen die al langere tijd klachten hebben van de doorbloeding van de benen zoals bij spataderen (medische term: ‘chronische veneuze insufficiëntie’) of problemen met de slagaderen. Chronische veneuze insufficiëntie is de meest voorkomende oorzaak van een open been.
Open been (ulcus cruris)
Open been (ulcus cruris)
Een open been is een wond aan het (onder)been die niet wil genezen. De wond is vaak met geel beslag of een korst bedekt en zit meestal aan de binnenkant bij de enkel of op het scheenbeen.
Mogelijke onderzoeken bij Open been (ulcus cruris)
Betrokken afdelingen en vakgroepen
Algemeen
Oorzaak
Om in goede conditie te blijven heeft de huid continu zuurstof en voedingsstoffen nodig. Dit wordt door kleine bloedvaatjes in de huid aangevoerd. Als de toevoer van bloed naar bepaalde plekken in de huid sterk vermindert, krijgt de huid onvoldoende bloed en sterft af. Op deze plek ontstaat dan een wond.
Er zijn 2 soorten bloedvaten waarin de oorzaak van doorbloedingsproblemen van de huid kunnen ontstaan:
Slagaderen
Slagaderen brengen het zuurstof- en voedingsrijke bloed vanuit het hart richting de verschillende organen, waaronder de huid. Wanneer de slagaderen zijn vernauwd kan onvoldoende bloed in de huid gebracht worden. Vooral in de kleine slagaderen in de huid kan een vernauwing snel nadelige gevolgen hebben voor de doorbloeding. Beenwonden die ontstaan door problemen met de slagaderen zijn vaak erg pijnlijk.
Aderen
In de normale situatie worden de zuurstof- en voedingsbestanddelen - die via de slagaderen worden aangevoerd - in de allerkleinste bloedvaatjes uit het bloed opgenomen om de huidcellen te voeden. Daarna wordt het bloed via de aderen weer afgevoerd naar het hart. Het hart pompt het bloed weer naar de longen zodat er weer zuurstof in wordt opgenomen.
De kuitspieren in de onderbenen spelen een belangrijke rol in het afvoeren van het bloed richting het hart. Bij elke samentrekking van deze spieren wordt bloed in de aderen omhooggestuwd. In de aderen bevinden zich klepjes die ervoor zorgen dat het bloed wel naar boven kan verplaatsen, maar niet naar beneden kan terugzakken. Op deze manier wordt het bloed bij elke stap die men zet stukje bij stukje richting hart geduwd.
Wanneer de klepjes in de aderen niet goed sluiten, zakt het bloed steeds weer terug in de benen en staat er een hoge druk op de kleine aderen. Hierdoor kan vocht uit de bloedvaten treden (dikke benen), kunnen de bloedvaten verwijd raken (spataderen) en kan er te weinig zuurstofrijk bloed naar de huid worden vervoerd. Door zuurstoftekort en druk op de huid kunnen wondjes ontstaan. Problemen met de klepjes in de aderen wordt in medische termen ‘chronische veneuze insufficiëntie’ genoemd. Dit kan bijvoorbeeld ontstaan na een trombosebeen of een zwangerschap. De klachten van chronische veneuze insufficiëntie ontstaan vaak pas jaren na deze gebeurtenissen.
Ook mensen die vanwege bijvoorbeeld hun beroep veel staan of zitten en daarbij dus de kuitspieren niet gebruiken, lopen kans om beschadigingen aan de klepjes te krijgen.
De afwijkingen in de aderen zijn van blijvende aard. Als de kleppen in de aderen eenmaal niet goed functioneren, kunnen ze (vooralsnog) niet worden hersteld.
Klachten
De eerste klacht van een afvloedprobleem van de bloedvaten is een moe, zwaar gevoel in de benen. Enkels kunnen dikker worden door vochtophoping (oedeem). Door de vochtophoping kan het aangevoerde bloed niet goed bij de weefsels komen waardoor zuurstof en voedingsstoffen niet meer op hun bestemming komen. De conditie van de huid en de onderliggende weefsels gaat daardoor achteruit. De huid wordt dunner.
Daarnaast kunnen uitgezette adertjes en spataderen zichtbaar worden. Ook is het mogelijk dat er bruine of witte verkleuringen en eczeemplekken ontstaan en kunnen er onderhuidse verhardingen optreden.
Uiteindelijk kan spontaan een wond ontstaan: een open been. Deze wond kan stinken en veel vocht produceren, maar doet meestal geen pijn (tenzij het doorbloedingsprobleem zich in de slagaderen bevindt). De wond bevindt zich meestal in de buurt van de binnenkant van de enkel of op de voorzijde van het scheenbeen.
Onderzoek
Een open been is meestal met het blote oog te herkennen. Er wordt aanvullend onderzoek uitgevoerd naar de oorzaak van het open been.
Uw arts of verpleegkundig specialist doet een onderzoek naar de bloedvaten. Hierbij wordt de bloeddruk aan uw armen en enkels opgemeten (enkel-arm index onderzoek). Verder kan een echo-doppler onderzoek (duplex-onderzoek) van de afvoerende bloedvaten gedaan worden.
Behandeling
Om een open been te laten genezen moet de bloeddoorstroming zo goed mogelijk hersteld worden. Het verbeteren van de bloedafvoer gebeurt met een speciaal drukverband (zwachtels) en bewegingsoefeningen.
Het drukverband wordt aangelegd met 2 zwachtels die in tegengestelde richting aangebracht worden. Het drukverband moet stevige druk uitoefenen. Het drukverband loopt vanaf de tenen tot aan de knie. Bij de enkel is de druk het hoogst, naar de knie toe wordt de druk minder. Op deze manier kan het bloed in de aders minder makkelijk terug omlaag stromen en brengen de bewegingen van de kuitspier meer bloed omhoog.
Afhankelijk van type zwachtels en benodigde wondzorg wordt het drukverband 2-3 keer per week opnieuw aangelegd. Dit gebeurt om de druk constant te houden terwijl de benen langzaam slanker worden. De zwachtels blijven dag en nacht zitten.
Het drukverband werkt pas goed als de kuitspieren worden gebruikt. Het advies is dus veel lopen en oefeningen uitvoeren om het been/de kuit te bewegen. Hierdoor wordt de spierpomp actief. De combinatie van drukverband en bewegen heet 'ambulante compressie therapie'.
Welke verbandmaterialen gebruikt worden om de wond zelf te verzorgen, hangt af van specifieke wondkenmerken (bijvoorbeeld wondgrootte, hoeveelheid vochtverlies via de wond en stadium van genezing). Bij problemen in de aderen of slagaderen, kan ook een behandeling gericht op het uitschakelen van de niet goed functionerende aderen of juist verbeteren van de slagaderlijke doorbloeding nodig zijn.
Als de wond genezen is, worden adviezen gegeven om het risico op een nieuw open been te verkleinen. Deze adviezen hebben betrekking op het dragen van een elastische kous (steunkous), stoppen met roken, gezond eten, overgewicht voorkomen en bewegen.