TFCC letsel

TFCC letsel

De pols is een complex gewricht bestaande uit acht handwortelbeenderen en twee onderarmbotten: de ellepijp (ulna) en het spaakbeen (radius). TFCC is de afkorting van triangulair fibro-cartilagineus complex.

Het TFCC vormt een verbinding tussen de ellepijp, het spaakbeen en een deel van de handwortelbeenderen in de pols. Het complex bestaat uit banden (ligamenten) en kraakbeen. Het TFCC is vergelijkbaar met de meniscus in het kniegewricht. Naast dat het TFCC als een schokdemper fungeert tussen de botten van de pols en de botten van de onderarm draagt het TFCC in belangrijke mate bij aan de beweeglijkheid en stabiliteit van de pols. Door een val, een krachtige draaibeweging of slijtage kan er een scheur in het TFCC ontstaan welke klachten geeft. Als deze klachten lang blijven bestaan, zal de ellepijp (ulna) niet goed om het spaakbeen (radius) heen kunnen draaien en is er de mogelijkheid dat artrose (slijtage) tussen deze gewrichten gaat optreden. Het is dan ook belangrijk dat er een goede stabilisatie is tussen het spaakbeen en de ellepijp.

Het TFCC (blauwe driehoek) zorgt o.a. voor stabiliteit (rode pijlen) in de pols. Een operatie (zie groene stippellijn voor litteken) kan de stabiliteit herstellen.

Mogelijke onderzoeken bij TFCC letsel

Betrokken afdelingen en vakgroepen


Bij een TFCC scheur kunt u last hebben van:

  • Pijn en zwelling aan de pinkzijde van de pols en onderarm.
  • Een gevoel van instabiliteit.
  • Toename van pijn bij draaibewegingen en krachtsinspanning.
  • Verminderde kracht bij draaibewegingen.

U bespreekt uw klachtenpatroon met uw arts. Afhankelijk van de bevindingen uit het gesprek en het lichamelijk onderzoek kan er aanvullend onderzoek nodig zijn. In geval van verdenking op een TFCC scheur worden vaak de volgende onderzoeken gedaan:

Niet-operatieve behandeling

Bij een stabiele pols kan gekozen worden voor niet-operatieve behandeling bestaande uit spalktherapie gedurende 4 tot 6 weken, handtherapie (onder begeleiding van het handenteam) en/of ontstekingsremmers.

Operatieve behandeling

Afhankelijk van het type, de plaats en de grootte van de scheur zijn er verschillende mogelijkheden:

  1. Een slijtage scheur in het midden van het TFCC kan met een kijkoperatie worden ‘bijgeknipt’ of ‘schoongemaakt’.
  2. TFCC herstel of stabilisatie. Het is mogelijk een TFCC rand scheur te hechten, een TFCC loslating terug te zetten op de ellepijp of het gewricht tussen de radius en de ulna te stabiliseren.
  3. Bij chronische slijtage van het TFCC wordt soms gekozen voor een operatie waarbij de ellepijp wordt verkort (Wafer procedure of ulnaverkorting).

Voor de operatie:
Voor de operatie dient u rekening te houden met onderstaande zaken:

  • Neem een begeleider mee naar het ziekenhuis om u na de operatie te helpen met het aankleden en/of vervoer naar huis.
  • Draag geen sieraden of nagellak.
  • Haal alvast pijnstilling in huis (paracetamol, indien nodig krijgt u een recept voor extra pijnstilling).
  • Geef eventuele allergieën voor de ingreep door aan de arts.
  • Stop in overleg met de arts enkele dagen voor de operatie met bloedverdunnende medicatie. U kunt dit één dag na de operatie weer hervatten.

Operatie
Tijdens de operatie ligt u op de rug met uw arm opzij. De operatie gebeurt in dagbehandeling onder verdoving van de gehele arm. Slechts zelden wordt gekozen voor volledige anesthesie. Aan de rug/pink zijde van de pols wordt een korte snede gemaakt. Het TFCC wordt hersteld, terug geplaatst of er vindt een stabilisatie plaats.

  • Na de operatie krijgt u een gipsspalk om de bovenarm aangemeten. U dient het gipsverband droog te houden. Tijdens douchen kunt u een plastic zak om de hand doen.
  • U dient de hand de eerste dagen hoog te houden. Dit kan met de hulp van een mitella/sling. 's Nachts kunt uw hand dan het beste op een kussen laten rusten.
  • Het is van belang dat u de vingers regelmatig beweegt om stijfheidklachten te voorkomen. Dit kunt u doen door 5x per dag 10 maal de vingers recht te maken en 10 maal de vingers ontspannen te buigen. Vermijd met kracht een vuist te maken. Dit herhaalt u nog eens waarbij u de andere hand gebruikt om de vingers te helpen met bewegen. Daarnaast kunt u 5x per dag 10 maal de vingers spreiden en sluiten om het vocht uit de hand weg te pompen. Ook kunt u rondjes draaien met de schouder.

    Wat mag u niet doen:
  • Krabben met iets scherps; dit kan wondjes geven die gaan ontsteken.
  • Ringen dragen aan de vingers van de ingegipste arm; dit kan stuwing geven.
  • Nagellak gebruiken. Aan de kleur van de ongelakte nagels kunt u nl. zien of het gips knelt.
  • Voor eventuele napijn kunt u paracetamol (max. 4 x daags 1.000 mg) gebruiken. Indien nodig krijgt u een recept voor extra pijnstilling.
  • Bij de volgende klachten moet u de medewerkers van de gipskamer of uw behandelend arts bellen:
    - Als uw vingers blauw, wit of erg dik worden.
    - Als uw vingers tintelen en dit gaat niet over wanneer u de vingers hoog houdt of neerlegt.
    - Als uw vingers warm of koud worden en als u uw vingers niet kunt bewegen.
    - Als uw pijn of knelling voelt die niet over gaat.
    - Als het gips gebroken of gescheurd is.
    - Als er iets in het gips gevallen is.
    - Als het gips nat geworden is.
  • Het gipsverband wordt na drie weken na de operatie bij de gipskamer vervangen voor een circulair onderarmgips voor nog eens drie weken. Een dag na de gipswissel krijgt u fysio bij het Hand- en Pols Expertisecentrum voor uw ellebooggewricht. Dit kan in het begin pijnlijk zijn door stijfheid van het ellebooggewricht of spierpijn. Dit moet binnen een paar dagen over zijn. Bij pijn die langer aanhoudt en eventueel veroorzaakt wordt door het gips, kunt u eerder contact opnemen met het ziekenhuis.
  • Zelf autorijden met drukverband/gipsspalk mag niet, u bent dan niet verzekerd.


Hersteltraject (TFCC herstel of stabilisatie)
Het herstel na een TFCC operatie (TFCC herstel of stabilisatie) is langdurig (gemiddeld 6-12 maanden) en zeer intensief. Soms komt het voor dat het litteken en het gebied rondom het litteken langere tijd (weken tot maanden) gevoelig zijn bij aanraken en druk zetten. Het litteken kan ook hard aanvoelen. Deze klachten zijn vrijwel altijd tijdelijk. Autorijden is gemiddeld weer mogelijk vanaf 8-12 weken wanneer de spalk niet meer gebruikt wordt. Autorijden met een spalk wordt niet verzekerd (uw verzekering kan u hierover meer  vertellen).

Handenteam
Na een TFCC scheur operatie is nabehandeling nodig. De nabehandeling bestaat uit een spalk en/of oefentherapie. Deze nabehandeling vindt plaats bij het Hand- en Pols Expertisecentrum van het Maasstad Ziekenhuis en wordt uitgevoerd door medewerkers van het handenteam. De nabehandeling start 6 weken na de operatie en duurt ongeveer 4-6 maanden. Het handenteam richt zich op het verbeteren van uw handfunctie.

Mogelijke complicaties
Bij alle operaties bestaat een geringe kans dat complicaties zich voordoen. Voor de volledigheid noemen we de (zeer) zeldzame complicaties. Als u vragen heeft over de mogelijke complicaties, raden wij u aan om contact op te nemen met uw behandelend arts.

  • Een wondinfectie, een nabloeding of een veranderd gevoel rondom het litteken. Neem bij roodheid, koorts of erge pijnklachten contact op met het ziekenhuis.
  • Na een trauma of operatie van de hand kunnen er onbegrepen klachten ontstaan die niet direct te maken hebben met trauma of de operatie. Deze klachten omvatten roodheid, zwelling, een glanzende huid, stijfheid en pijn. Ook kan er een intolerantie ontstaan voor kou. Deze klachten komen slechts zeer zelden voor en zijn vaak tijdelijk.
  • De draaibeweging van de onderarm en de strek en buigbeweging van de pols, kan na een TFCC operatie stijver zijn; soms is dit blijvend.
  • Na een TFCC operatie kan er in zeldzame gevallen een (vaak tijdelijk) verminderd gevoel zijn aan de rugzijde van de pink door zenuwschade.