Voor de operatie
Voor de operatie moet u rekening houden met:
- Neem een begeleider mee naar het ziekenhuis om u na de operatie te helpen met aankleden en/of vervoer naar huis.
- Draag geen sieraden of nagellak.
Haal alvast pijnstilling in huis (paracetamol, zo nodig krijgt u een recept voor extra pijnstilling).
- Geef eventuele allergieën voor de ingreep door aan de arts.
- Stop in overleg met de arts een aantal dagen voor de operatie met bloedverdunnende medicatie. U kunt dit 1 dag na de operatie weer hervatten.
De operatie
Tijdens de operatie ligt u op uw rug met uw arm opzij. De operatie gebeurt in dagbehandeling onder verdoving van de hele arm. Soms wordt gekozen voor volledige verdoving (anesthesie).
Aan de rugzijde van de pols wordt een snede gemaakt. Vervolgens worden de 3 handwortelbeenderen in de onderste rij van het polsgewricht vrijgemaakt van de omgeving en hierna verwijderd. Dit gebeurt met heel precies in verband met omliggende ondersteunende ligamenten.
De pols zakt iets in en scharniert dan nog op 1 niveau (met goed kraakbeen) in plaats van 2 niveaus (waarvan één met slecht kraakbeen). Vaak geeft deze operatie een aanzienlijke pijnvermindering.
Het herstel van kracht in de hand is erg afhankelijk van de situatie voor de operatie. De beweeglijkheid van de pols neemt af omdat het polsgewricht na de operatie nog maar op 1 niveau scharniert.
De eerste rij handwortelbeentjes wordt weg gehaald (rood).
Het polsgewricht zakt na deze operatie iets in en ‘scharniert’ op een ander handwortelbeentje (groen).
Na de operatie is er een litteken zichtbaar aan de achterzijde van het polsgewricht (groene stippellijn).