Proximale rij carpectomie

Proximale rij carpectomie

Bij deze operatie wordt de eerste rij handwortelbeentjes verwijderd. De overige botjes worden door bandjes in de pols op zijn plaats gehouden.

De pols is een complex gewricht en bestaat onder andere uit 8 botjes (handwortelbeenderen). De 8 handwortelbeenderen liggen verdeeld over 2 rijen en zijn met elkaar verbonden door banden, die ligamenten worden genoemd. De pols scharniert dus op 2niveaus. De ligamenten zorgen ervoor dat de 8 botten als één geheel vloeiend bewegen wanneer u de pols beweegt. De ligamenten geven de pols stevigheid.

In geval van gewrichtsslijtage van de pols is het soms mogelijk om de botten met versleten gewrichtsoppervlaktes te verwijderen en de pols te laten scharnieren op de resterende botten met niet versleten kraakbeen. 

Voor de operatie

Voor de operatie moet u rekening houden met:

  • Neem een begeleider mee naar het ziekenhuis om u na de operatie te helpen met aankleden en/of vervoer naar huis.
  • Draag geen sieraden of nagellak.
    Haal alvast pijnstilling in huis (paracetamol, zo nodig krijgt u een recept voor extra pijnstilling).
  • Geef eventuele allergieën voor de ingreep door aan de arts.
  • Stop in overleg met de arts een aantal dagen voor de operatie met bloedverdunnende medicatie. U kunt dit 1 dag na de operatie weer hervatten.

De operatie

Tijdens de operatie ligt u op uw rug met uw arm opzij. De operatie gebeurt in dagbehandeling onder verdoving van de hele arm. Soms wordt gekozen voor volledige verdoving (anesthesie).

Aan de rugzijde van de pols wordt een snede gemaakt. Vervolgens worden de 3 handwortelbeenderen in de onderste rij van het polsgewricht vrijgemaakt van de omgeving en hierna verwijderd. Dit gebeurt met heel precies in verband met omliggende ondersteunende ligamenten.

De pols zakt iets in en scharniert dan nog op 1 niveau (met goed kraakbeen) in plaats van 2 niveaus (waarvan één met slecht kraakbeen). Vaak geeft deze operatie een aanzienlijke pijnvermindering.

Het herstel van kracht in de hand is erg afhankelijk van de situatie voor de operatie. De beweeglijkheid van de pols neemt af omdat het polsgewricht na de operatie nog maar op 1 niveau scharniert.

De eerste rij handwortelbeentjes wordt weg gehaald (rood).

Carpectomie 2

Het polsgewricht zakt na deze operatie iets in en ‘scharniert’ op een ander handwortelbeentje (groen).

Na de operatie is er een litteken zichtbaar aan de achterzijde van het polsgewricht (groene stippellijn).

  • Na de operatie krijgt u een gipsverband. U moet het gipsverband drooghouden. Tijdens douchen kunt u een plastic zak om de hand doen.
  • U moet de hand de eerste dagen hooghouden. Dit kan met de hulp van een mitella of sling. 's Nachts kunt u uw hand het beste op een kussen laten rusten.
  • Het is van belang dat u de vingers regelmatig beweegt om stijfheidsklachten te voorkomen.
    Oefening 1
    Dit kunt u doen door 5x per dag 10 keer de vingers recht te maken en 10 keer de vingers ontspannen te buigen. Dit herhaalt u waarbij u de andere hand gebruikt om de vingers te helpen met bewegen.
    Oefening 2
    Spreid en sluit 5x per dag 10 keer de vingers om het vocht uit de hand weg te pompen. Vermijd met kracht een vuist te maken.
  • Voor eventuele napijn kunt u paracetamol gebruiken, maximaal 4x per dag 1.000 mg.
  • Zelf autorijden met drukverband of gipsspalk mag niet, u bent dan niet verzekerd.
  • De hechtingen worden samen met het gipsverband na ongeveer 10 dagen door de verpleegkundige verwijderd.
  • Nadat het gipsverband is verwijderd krijgt u een afneembare spalk van thermoplastisch materiaal aangemeten. Deze spalk loopt tot aan de onderarm, maar laat de vingers en duim vrij. De spalk mag niet nat worden.
  • Uw behandelend arts bepaalt hoe lang u de afneembare spalk moet dragen. Vaak is dit de eerste 6 weken continu en hierna alleen bij activiteiten waarbij kracht nodig is.
  • Nadat de spalk gemaakt is, wordt direct met oefentherapie gestart onder begeleiding van het handenteam (ongeveer 10 dagen na de operatie). Deze oefeningen zijn er op gericht de kracht en beweeglijkheid in uw pols en hand te vergroten.

Hersteltraject na operatie

  • De duur van de herstelfase na een Proximale Rij Carpectomie is gemiddeld 3 tot 6 maanden, maar vanzelfsprekend afhankelijk van uw wondgenezing en herstel.
  • Soms komt het voor dat het litteken en het gebied rondom het litteken langere tijd (weken tot maanden) gevoelig zijn bij aanraken en druk zetten. Het litteken kan ook hard aanvoelen. Deze klachten zijn bijna altijd tijdelijk.
  • De afneembare spalk moet het eerste jaar tijdens het sporten gedragen worden. Vermijd tot 6 maanden na het ontstaan van het letsel contact/vechtsporten en intensieve stressmomenten.
  • Vaak geeft deze operatie een aanzienlijke pijnvermindering. Het herstel van kracht in de hand is erg afhankelijk van de situatie voor de operatie. Deze buig- en strekpezen moeten in ieder geval fors getraind worden om wat harder te werken. De pols is immers een stukje ingezakt. De beweeglijkheid van de pols neemt waarschijnlijk met 50% af, omdat het polsgewricht na de operatie nog maar op 1 niveau scharniert.

Handenteam

Na een Proximale Rij Carpectomie is er nabehandeling nodig. De nabehandeling bestaat uit spalk- en/of oefentherapie. Deze nabehandeling wordt uitgevoerd door medewerkers van het handenteam. En duurt ongeveer 4-6 maanden, waarbij u in het begin iedere week wordt behandeld.

Mogelijke complicaties

Bij alle operaties bestaat een kleine kans op complicaties. Voor de volledigheid noemen we de (zeer) zeldzame complicaties. Als u vragen heeft over de mogelijke complicaties, raden wij u aan om contact op te nemen met uw behandelend arts.

  • Een wondinfectie, een nabloeding of een veranderd gevoel rondom het litteken. Neem bij roodheid, koorts of erge pijnklachten contact op met het ziekenhuis.
  • Na een ongeluk of operatie van de hand kunnen er onbegrepen klachten ontstaan die niet direct te maken hebben met trauma of de operatie. Deze klachten kunnen roodheid, zwelling, een glanzende huid, stijfheid en pijn zijn. Ook kan er een intolerantie ontstaan voor kou. Deze klachten komen slechts zeer zelden voor en zijn vaak tijdelijk.

Betrokken afdelingen en vakgroepen